Een kind weer kind laten zijn – dat is waar kinderbegeleidster Misha zich elke dag met hart en ziel voor inzet bij Blijf Groep in Amsterdam. Ze werkt met kinderen die opgroeien in situaties van huiselijk geweld en biedt hen – samen met hun moeders – een veilige plek om op adem te komen. In dit openhartige interview vertelt Misha over haar werk, de signalen die ze ziet, de kracht van kleine gebaren én de momenten waarop alles op z’n plek valt: “Als een kind spontaan een tekening komt brengen, voelt het voor mij in sommige gevallen alsof er iets geheeld is.”

Kun je iets vertellen over jouw rol als kinderbegeleidster bij Blijf Groep in Amsterdam?

“Ik werk als kinderbegeleidster in een team van negen collega’s. Ik ben sociaal pedagogisch medewerker en werkte eerder in de peuteropvang en buitenschoolse opvang. Via een oud-collega kwam ik bij Blijf Groep terecht. Ze vroeg: ‘Is dit niks voor jou?’ Ik voelde direct een kriebel in mijn buik. Dat was voor mij het teken dat ik toe was aan deze nieuwe stap. Ik heb mijn kennis verrijkt met trainingen over kindermishandeling, huiselijk geweld en seksueel misbruik. Het is intens werk, maar ik ben blij dat ik hier verschil mag maken.

Onze opvang is anders dan een peuterspeelzaal of naschoolse opvang. We zorgen dat het kind kan herstellen van de crisis en dat er aandacht wordt gegeven aan de behoefte van het kind. Elk kind dat hier komt, draagt een rugzakje – dat maakt ons werk wezenlijk anders dan de reguliere opvang. Onze belangrijkste taak is observeren en signaleren: hoe komt een kind binnen? Hoe ontwikkelt het zich? En hoe reageert het op prikkels? ”

Hoe ziet het traject van een kind eruit binnen jullie opvang?

“De meeste kinderen doorlopen een traject: van crisisopvang naar begeleid wonen, met uiteindelijk de stap naar zelfstandigheid. Wij begeleiden hen daarin en bouwen het verblijf stap voor stap af. Door ze te stimuleren om buitenshuis activiteiten te ondernemen, zoals sporten, helpen we hen om vrijheid en zelfvertrouwen op te bouwen.”

Hoe houd jij de kinderen in de gaten?

“Observatie is een belangrijk onderdeel van mijn werk en moeders zijn altijd aanwezig tijdens de wenperiode, zodat het kind zich veilig voelt. Hoe we dat aanpakken, hangt af van de leeftijd en de situatie van het kind.

Bij jonge kinderen starten we met een wenprocedure. We overleggen met de moeder: wat vindt het kind leuk? Houdt het van Paw Patrol of knutselen? Dan zorgen we dat dat klaarstaat. Zo bouwen we op een speelse manier contact op.

Hechtingsproblematiek komt vaak voor. Sommige kinderen zoeken meteen fysiek contact, anderen trekken zich juist terug. In beide gevallen zoeken we voorzichtig toenadering. Wat een kind nodig heeft, verschilt: sommigen willen praten, anderen juist bewegen of spelen. Tijdens een boksles riep een jongetje: Ik zie mijn stiefvader voor me!’ In zo’n moment laat ik het gebeuren. Het moet eruit. Mijn taak is om veiligheid te bieden en er gewoon te zijn. 

De eerste weken zijn vaak het zwaarst. Kinderen zijn overprikkeld en rusteloos. Maar met structuur en veiligheid zie je ze kalmeren. Ze maken weer oogcontact, luisteren naar je en draaien mee in de groep. Dan weet je: het kind voelt zich weer een beetje kind.”

Wat motiveerde jou om dit werk te gaan doen?

“Aanvankelijk zocht ik meer uitdaging in mijn werk. Maar hoe langer ik dit doe, hoe meer ik zie hoeveel onrecht er is en hoeveel kinderen daar de dupe van zijn. Als ik met liefde en aandacht iets kan betekenen voor een kind dat dat thuis heeft gemist, is mijn dag geslaagd.

Het zijn de kleine momenten die het doen. Laatst gingen we naar NEMO. Toen de kinderen me zagen, renden ze op me af. De één met een knuffel, de ander met een tekening. Op dat soort momenten weet ik: hier doe ik het voor.”

Hoe ziet een gemiddelde dag eruit?

“We starten met de ochtendgroep (0-4 jaar). Voor die tijd maken we de ruimte klaar. In onze snoezelruimte staat een voelmuur, een bubbelunit en een scherm met rustgevende beelden van onder andere vissen. Dat helpt kinderen ontspannen.

Tussen 10 en 11 is er vrij spel, daarna eten we samen en doen een activiteit of gaan naar buiten. Van 12 tot 15 uur is er pauze, overleg en ruimte voor administratie of crisissituaties.

Om half drie begint de middaggroep (4+). We knutselen, bakken of doen iets creatiefs. Omdat we veel kinderen hebben, splitsen we de groep. Aan het einde van de dag schrijven we een overdracht voor collega’s.”

Hoe help je moeders om ruimte te maken voor hun herstel?

“Onze opvang geeft moeders tijd om naar therapie te gaan of een advocaat te spreken. We schakelen ook met maatschappelijk werk om flexibele opvang te regelen wanneer dat nodig is.

Daarnaast investeren we in vertrouwen. Een kop thee, een gesprek thuis; het maakt echt verschil. Sommige moeders nodigen me spontaan uit. Soms ga ik ook buiten werktijd langs, als ik weet dat het belangrijk is. Die betrokkenheid voelt vanzelfsprekend.”

Wat merk je bij moeders die hun regie terugpakken?

“Ze stralen meer rust uit en worden weer trots op zichzelf. Hun groei van overleven naar zelfvertrouwen is indrukwekkend. Dat ze weer durven geloven in hun eigen kracht. Dat is goud waard.”

Wat zie je terug bij kinderen die geweld hebben meegemaakt?

“Elk kind reageert anders. Sommigen zijn uitgelaten, anderen juist heel stil. Veel hebben een ontwikkelingsachterstand, veroorzaakt door trauma. Vertrouwen opbouwen kost tijd.

We bieden ook weerbaarheidstrainingen aan, soms met externe specialisten. Daarmee helpen we het kind sterker te worden én proberen we patronen van geweld te doorbreken.”

Hoe kunnen we voorkomen dat de cyclus van geweld zich herhaalt?

“Door het taboe te doorbreken. Praten helpt. Zelf heb ik andere trauma’s meegemaakt en weet ik hoe belangrijk het is om daar open over te zijn. Dat geldt ook voor de moeders en kinderen hier. Als zij merken dat hun verhaal ertoe doet, zetten we al een stap.

Een sterk netwerk is cruciaal. Hoe meer we praten en vooral luisteren, hoe minder de schaamte. Dáár begint voor mij het doorbreken van de cirkel.”

Hoe werk je samen met moeders in de begeleiding van hun kind?

“Met behulp van trainingen als *‘Tijd voor Toontje’ en onze samenwerking met Ihub, een organisatie die onderwijs, jeugdzorg en familiezorg combineert. We blijven in gesprek met moeders: wat werkt, waar lopen ze tegenaan? Door die samenwerking stemmen we de begeleiding af op zowel het kind als de moeder .”

In het programma Tijd voor Toontje gaan moeders en kinderen samen aan de slag met basisemoties, weerbaarheid en grenzen stellen. Twee collega’s en een dramatherapeut begeleiden de trainingen.

Jij kunt het verschil maken, elke dag opnieuw. 

Bij Blijf Groep werk je elke dag aan een veiligere toekomst voor vrouwen, kinderen en gezinnen. Heb jij een warm hart, een professioneel kompas en de wens om echt iets te betekenen? Bekijk dan onze vacatures en ontdek of er een functie bij zit die bij jou past.